Zoeken

Lucie is boos. Boos omdat haar Mammie, dat is oma, gestorven is. Boos omdat ze nu bij haar papa, zijn nieuwe vrouw, en haar babybroertje, moet wonen. Boos omdat ze op zomerkamp wordt gestuurd.

In alle drukte op de markt doet Warre zijn best om mama niet kwijt te raken. Hij heeft daarvoor een goede truc, denkt hij: als hij de schoenen van zijn mama volgt, blijft hij zeker bij haar in de buurt. Maar sommige vrouwen dragen schoenen die wel heel erg op die van mama lijken…

Een kip die geen eieren legt maar tomaten - mooie rode ronde zoals je nog nooit geproefd hebt?
Een boer die Boer heet en bij alles wat hij doet cha-cha-cha-muziek draait?
Een politieagente die het warm vanbinnen krijgt als ze alleen nog maar naar Boer kíjkt?

Tracy Beaker is 10 en woont in een kindertehuis. Ze mist haar mam verschrikkelijk maar houdt zich erg stoer.

Felicia komt uit een gezin van vijf personen, vader, moeder en twee broers, Fabio en Fabrice. Zij is de jongste. Toen Felicia geboren werd waren haar ouders ontzettend blij, maar al spoedig blijkt Fee een moeilijk opvoedbaar meisje. Ze is ontzettend druk en overgevoelig.

Midden veertiende eeuw. Marguerite van Male is veertien. En erfgename van Vlaanderen. Ze droomt van een witte ridder die haar naar een kasteel in de wolken voert. Maar alle jonge ridders of schildknapen die ze ontmoet, zijn sullen. Ze hebben veel minder pit dan Marguerite zelf.

In het begin was er niets. Behalve God, een stoeltje en een heertje met een bolhoed. En dat heertje vertelt hoe het ging. Hoe het licht werd. En hoe raar het was dat pas daarna de zon werd geschapen. Hoe er opeens kleur was. En heel veel leven.

Noor is achttien en wil kost wat kost een marathon uitlopen. Zeer ongewoon voor vrouwen in de jaren zeventig van de twintigste eeuw, maar Noor is een natuurtalent. Tijdens het lopen denkt ze aan wat voorbij is en wat steeds terugkomt, waarom ze moet lopen voor haar leven!

Alexander wordt gepest op school. Ook thuis is hij eenzaam, hij ziet zijn ouders bijna nooit. Wanneer zijn oom Trotter komt logeren, krijgt hij eindelijk plezier in het leven. Maar oom Trotter moet snel weer weg. Als afscheid krijgt Alexander een heel bijzonder cadeau: een ei.

Fred het hert is behoorlijk eigenwijs. Als er dingen gebeuren die hem niet bevallen, grijpt hij in. Zelfs in het verhaal dat over hem gemaakt wordt! Zo vindt hij dat hij te klein en te tuttig op de tekeningen staat. En hij wil handen hebben!

Kitoko is geadopteerd. En nu zit er een zusje in de buik van zijn mama. Kitoko vraagt zich af hoe het zal zijn als ze er is. Hij krijgt heimwee naar Afrika. Wanneer hij in het museum in slaap valt, droomt hij van Afrika. Van de oorlog, soldaten en honger. Maar ook van zijn zusje Ayosha.

Kip loopt op hoge hakken, Poes is trots op haar pantoffels en Eend kan niet zonder haar watersandalen. Alleen Schaap loopt op blote voeten. Maar waarom eigenlijk? Schaap besluit dat ze ook schoenen wil. Maar welk paar passen het best bij Schaap?

De kleine Coco heeft het niet gemakkelijk. Ze woont in een weeshuis en ze moet hard werken voor de kost. Lakens strijken, vloeren schrobben, naaien... Als ze groot wordt, besluit Coco dat ze nooit meer arm zal zijn.

Stoere Red krijgt een nieuw buurmeisje, Lilly. Al meteen heeft hij een boontje voor haar. Hij wil maar al te graag indruk op haar maken!

Muis is een ridder. Ze is klein en bazig. En Draak is groot en vriendelijk. Maar Muis en Draak zijn de beste vriendinnen. Ze gaan zwemmen, komen in donkere bossen terecht, gaan op zoek naar geheimzinnige brievenschrijvers, ze vieren vakantie aan zee... En altijd wil Muis Draak beschermen.

Enrico heeft zomervakantie. Elke dag gaat hij het dal om zijn opa te helpen met de schaapskudde. En altijd gaat zijn schetsboek mee, want Enrico doet niets liever dan tekenen. Maar op een dag verandert alles: de aarde schudt, huizen storten in en mensen komen terecht onder het puin.

De moeder van Sammie heeft het druk en dus woont Sammie bij zijn opa. Samen kunnen ze goed plannen maken en opa vertelt de meest bijzondere verhalen. Maar of alles echt waar is, wat opa zegt, weet Sammie niet. Zo beweert opa bijvoorbeeld dat hij kan vliegen.

De ouders van Acht maken steeds ruzie en na een poos besluiten ze uit elkaar te gaan. Dat is tegen de zin van Acht, die nog zo geprobeerd heeft haar ouders bij elkaar te houden. Ze wil praten over de scheiding, maar er zijn niet zo veel mensen die willen luisteren.

Het is 1914, of zoals Margriet het zegt: 'het Jaar van de Grote Veranderingen'. De Duitsers hebben België bezet, de oorlog is begonnen en haar vader is naar het front vertrokken. Margriet, haar broers en babyzusje blijven achter in het dorp met hun moeder, die zich steeds vreemder gedraagt.

Samen met hun moeder en oma gaan Twan en zijn tweelingzusje Linde naar IJsland. Daar woont opi Kas, de vader van oma. Hij is te oud om nog alleen te wonen, vindt oma. Dus moet opi Kas met hen mee naar Nederland. Maar opi voelt daar niets voor.

Berre is een verzamelaar. Hij draagt het liefst een broek met grote zakken, waarin alle knopen, schelpen en potloodstompjes die hij wil bewaren, passen. Op een dag ziet hij een papiertje voorbij waaien.

De kleine Yomi is ziek en moet naar de dokter. Maar in Afrika is dat niet zo gemakkelijk. De reis naar het ziekenhuis is lang. Gelukkig vertelt Yomi's moeder hem onderweg het verhaal van een moedige schildpad, die het liefst van al wil vliegen.

Keizer Li Fant heeft alles wat hij wil. Hij is machtig, rijk, slim en mooi. Maar hij heeft één groot probleem: hij kan niet slapen. Hij vraagt zijn onderdanen om hulp, die de ene oplossing na de andere aandragen. Helaas tevergeefs. Tot het draakje bij de keizer komt.

Dit is een verhaal zonder woorden, over een man die zijn stelten aantrekt en op reis vertrekt. Hij baant zich een weg door bossen en woestijnen, en ziet zeemeerminnen, cowboys en pinguïns. En af en toe rust hij uit, in zijn hangmat tussen zijn stelten.