De dertienjarige Emily woont met haar knappe vijftienjarige zus Sarah en ouders in een buitenwijk van Johannesburg, Zuid-Afrika. Hun ouders hebben vaak ondraaglijke ruzies, maar weten die in te tomen door logés uit te nodigen. In de lente van 1966 zijn dat de zigeuners, zwervers die in een caravan wonen: een gezinnetje van vier met twee jongens. Emily begint een moeizame vriendschap met Streak, de jongste. Otis hangt meer aan de mooie Sarah. Wat bedoeld is als afleiding voor de hoge spanningen in het gezin loopt uit op een catastrofe.
Een broeierig verhaal, waarin de spanning te snijden is. De beschrijvingen van het Zuid-Afrikaanse landschap, het gebruik van Afrikaanse en Zoeloewoorden en oude Afrikaanse verhalen maken het extra sfeervol.
Wat vond je van dit boek?
Verklap het einde niet, zo blijft het spannend voor andere juryleden.