In het begin was er niets. Behalve God, een stoeltje en een heertje met een bolhoed. En dat heertje vertelt hoe het ging. Hoe het licht werd. En hoe raar het was dat pas daarna de zon werd geschapen. Hoe er opeens kleur was. En heel veel leven. Het heertje voelt zich een beetje eenzaam in al die drukte. Dan schept God een vrouw: “Ze was mooi en bloot als ik, en ze gaf bijna licht”.
Wat vond je van dit boek?
Verklap het einde niet, zo blijft het spannend voor andere juryleden.