Tijdens een autorit naar oma wordt Roos ontvoerd door de familie Rover. Meestal stelen de Rovers alleen maar voedsel en dingen die ze toevallig nodig hebben. Maar dit keer wou hoofdman Razende Karel een vriendinnetje voor zijn kinderen.
Een jongen raakt zijn zusje kwijt. Hij gaat haar zoeken en belandt al snel in de mysterieuze werelden die verborgen liggen achter de straten en de huizen die hij kent. Een mannetje met een zwarte hoed helpt hem: hij wijst hem de weg met letters en woorden.
In het Historisch Museum van Vordersteen gebeurde een vreselijke moordpartij. Vreemd genoeg overleefde de veertienjarige Vigo Morris de gruwel. Helaas is hij zijn geheugen kwijt en kan hij zich niets herinneren van de moorden of van de tijd daarvoor.
Dion wordt op zijn nieuwe school flink gepest door Marco en zijn vrienden. Als Dion na de zoveelste pesterij Marco neerslaat, worden hun ouders naar de school geroepen. Tot grote schrik van beide jongens klikt het tussen Marco's vader (een weduwnaar) en Dions moeder (die gescheiden is).
Leene denkt dat haar vader een vriendin heeft. Ze prat er eerst met niemand over, want ze hoopt dat ze het mis heeft. Haar vader zou zoiets toch nooit doen!? Als het toch waar blijkt te zijn, blijft ze geloven dat zij haar ouders wel weer bij elkaar kan krijgen.
Nina is een bijzonder meisje. Omdat de juf niets van haar begrijpt, besluit haar moeder haar zelf thuis les te geven. Het liefst zit Nina in een boom, waar ze in een dagboek bijhoudt wat ze doet, ziet en meemaakt.
Wanneer een dochter van de minstreel van koning Karel IX het slachtoffer wordt van intriges aan het 16de-eeuwse Franse hof, moet haar zusje Mélisande vluchten.
Vlaanderen, 1880. Louise Schatteman is de zestienjarige dochter van de gevangenisdirecteur. Op een avond is ze aanwezig bij een sessie geesten oproepen bij gravin Ivanova. De geest van Olga, de overleden dochter van de gravin, wil dat ze een gevangene met het nummer 22 uit de gevangenis redt.
Op een dag is de liefde moe. Ze is op, kapot. Ze verlaat het huis en valt buiten neer. Dood? Voorbijgangers huilen en proberen haar wakker te maken. Maar zelfs een prins kan haar niet wakker kussen. Tot twee kinderen troost bieden... In dit boek staan weinig woorden en veel grote prenten.
Middenin de oceaan wordt Angèle geboren. Angèle is een orkaan: ze wil brokken maken en alles en iedereen de stuipen op het lijf jagen. Ze wil beroemd worden en in de kranten komen. Maar dat is buiten de kleine Zébédé met zijn vlieger gerekend, die méér indruk maakt dan Angèle...
Julia wil op dansles, naar de muziekschool, op zwemles en leren skiën. Maar lang houdt ze het nooit vol. Ze is de dingen meteen beu. Is er eigenlijk iets dat ze wél leuk blijft vinden?
Een wombat slaapt en eet, neemt een stofbad, slaapt en eet, krabt... Soms vecht hij met de deurmat of knaagt hij aan een deur. En altijd heeft hij zin in wortels. Gelukkig is he gemakkelijk om mensen tam te maken, zodat hij altijd zijn zin krijgt.
Een schoenmaker heeft geldzorgen, maar zijn slimme kat weet raad. Die overtuigt de rijke tovenaar in het kasteel om een heleboel schoenen te bestellen. Maar de tovenaar wil niet betalen...
Een jongetje krijgt een broertje of zusje, maar moet eerst nog een hele poos wachten. Tijd genoeg om te bedenken hoe de baby zal zijn, wat hij zal worden en wat ze samen zullen kunnen doen!
Een tekenaar tekent een trein, met wagons vol dieren. Eén van die dieren is het roze biggetje Johanna. Johanna wil graag een heleboel avonturen beleven in de trein. Zal de tekenaar daarvoor zorgen?
De kinderen van de Vliegenstraat zijn bang voor Mina. Ze vinden haar een heks en denken dat ze kinderen rooft en betovert. Mina moe en zal weggaan! Maar dan beweert een meisje dat Mina haar oma is. Een lieve oma nog wel.
Prinses Anna leidt een heerlijk prinsessenleven. Tot de koning en de koningin stoppen met lachen en beginnen ruziemaken. Ze willen niet meer bij elkaar wonen en hakken het kasteel in twee. Anna moe voortaan met haar karretje van de ene naar de andere helft gaan.
Job vindt een duif in de tuin. De duif is boos, net zoals Job soms boos is. De duif wil niet meer vliegen voor haar baas. En alsof dat nog niet genoeg is, wil die baas ook nog eens haar man verkopen. Dat mag niet! Job bedenkt een plan.
Muis is een ridder en heeft een harnas en een zwaard. Draak is gewoon een draak. Meestal vechten ridders en draken met elkaar. Maar Ridder en Muis niet. Zij zijn de beste vrienden.
Hond is op pad met een tas met koek en wijn in. Hij gaat naar zijn zieke neef Wolf. Kat wil ook naar Wolf. En Wolf is bang van Kat. Maar Hond is niet bang van Kat! Hond kan Wolf helpen.
In het dorp Lapje lijkt iedereen op elkaar. Iedereen draagt dezelfde kleren en alles heeft dezelfde kleur. Wanneer Leo en Lea een baby vinden, noemen ze haar Lara. Lara is anders: ze heeft geen steil, bruin haar, maar oranje krullen. Ze wil andere kleren, andere spelletjes en andere boeken.
In een hijskraan hoog boven de huizen, woont Alfred. Hij is machinist in de kraan en hoeft 's avonds niet naar huis. Elke avond klimt hij op het dak van het kraanhuis om op zijn hoorn te spelen. Het leven van Alfred is erg rustig.
De man in de wolken heeft een bijzonder schilderij. Het landschap erop is zo mooi dat de mensen van ver komen om ernaar te kijken. Wanneer op een dag een vreemdeling opmerkt dat het schilderij een fortuin waard is, wordt de man onrustig en bang.
Ken je meneer Kandinsky? Hij is schilder. Op een dag ontsnapt er een blauw paard uit zijn schilderij dat hem overal volgt. Het paardje zegt hem hoe hij moet schilderen: hij moet zijn gevoel volgen! Niet gemakkelijk, vindt meneer Kandinsky.
De broers Harry en Huibert Zuur praten met niemand en zijn voortdurend ontevreden. Elke ochtend eten ze een zure haring en drinken ze witlofthee. Hun kunstgebit bewaren ze in azijn en iedere dag bellen ze de klachtenlijn van de gemeente ('er vloog een ongewenste vlinder door de straat').
Gaby en Michael horen van hun vader dat meneer Dogger, hun buurman en baas van de Doggerbank, een schurk is. Maar wanneer ze aangifte doen bij de politie, gooit die hun vader stante pede in de gevangenis! Hoe kan dat? Waarom?
Door een stomme fout van de burgemeester en de politie raken de drie zusjes Nibbedonk hun huis én hun ouders kwijt. Om het goed te maken laat de burgemeester hen wonen in het vreemde buitenverblijf van een ingenieur. Dat buitenverblijf ziet eruit als een rood ei op pootjes.
Oma Roos en opa hielden ontzettend veel van elkaar. Toen opa dood ging, ging oma weg uit hun huisje aan de rivier. Ze mist opa verschrikkelijk: 'alsof iemand met een klein mesje gaatjes in je hart prikt'. Ze vergeet steeds meer en elke dag wordt ze kleiner en kleiner...
Sofie is dol op pinguïns. Het is dus niet zo heel erg als ze op een dag haar arm breekt. Nu heeft ze veel tijd voor haar lievelingsdieren. Haar oom Donny haalt een dvd over pinguïns, papa hangt een grote pinguïnsticker op en met opa gaat ze naar de pinguïns in de dierentuin kijken.
Tonje woont in een klein dorpje in de Noorse bergen. Ze is er het enige kind. Dat vindt ze helemaal niet erg, want ze heeft haar beste vriend, de oude Gunnvald, altijd in haar buurt. Met hem verveelt ze zich geen moment. Het allerliefst suist ze de bergen af op één van zijn sleeën.