Julia wil op dansles, naar de muziekschool, op zwemles en leren skiën. Maar lang houdt ze het nooit vol. Ze is de dingen meteen beu. Is er eigenlijk iets dat ze wél leuk blijft vinden?
Een wombat slaapt en eet, neemt een stofbad, slaapt en eet, krabt... Soms vecht hij met de deurmat of knaagt hij aan een deur. En altijd heeft hij zin in wortels. Gelukkig is he gemakkelijk om mensen tam te maken, zodat hij altijd zijn zin krijgt.
Een schoenmaker heeft geldzorgen, maar zijn slimme kat weet raad. Die overtuigt de rijke tovenaar in het kasteel om een heleboel schoenen te bestellen. Maar de tovenaar wil niet betalen...
Een jongetje krijgt een broertje of zusje, maar moet eerst nog een hele poos wachten. Tijd genoeg om te bedenken hoe de baby zal zijn, wat hij zal worden en wat ze samen zullen kunnen doen!
Een tekenaar tekent een trein, met wagons vol dieren. Eén van die dieren is het roze biggetje Johanna. Johanna wil graag een heleboel avonturen beleven in de trein. Zal de tekenaar daarvoor zorgen?
De kinderen van de Vliegenstraat zijn bang voor Mina. Ze vinden haar een heks en denken dat ze kinderen rooft en betovert. Mina moe en zal weggaan! Maar dan beweert een meisje dat Mina haar oma is. Een lieve oma nog wel.
Prinses Anna leidt een heerlijk prinsessenleven. Tot de koning en de koningin stoppen met lachen en beginnen ruziemaken. Ze willen niet meer bij elkaar wonen en hakken het kasteel in twee. Anna moe voortaan met haar karretje van de ene naar de andere helft gaan.
Job vindt een duif in de tuin. De duif is boos, net zoals Job soms boos is. De duif wil niet meer vliegen voor haar baas. En alsof dat nog niet genoeg is, wil die baas ook nog eens haar man verkopen. Dat mag niet! Job bedenkt een plan.
Muis is een ridder en heeft een harnas en een zwaard. Draak is gewoon een draak. Meestal vechten ridders en draken met elkaar. Maar Ridder en Muis niet. Zij zijn de beste vrienden.
Hond is op pad met een tas met koek en wijn in. Hij gaat naar zijn zieke neef Wolf. Kat wil ook naar Wolf. En Wolf is bang van Kat. Maar Hond is niet bang van Kat! Hond kan Wolf helpen.
In het dorp Lapje lijkt iedereen op elkaar. Iedereen draagt dezelfde kleren en alles heeft dezelfde kleur. Wanneer Leo en Lea een baby vinden, noemen ze haar Lara. Lara is anders: ze heeft geen steil, bruin haar, maar oranje krullen. Ze wil andere kleren, andere spelletjes en andere boeken.
In een hijskraan hoog boven de huizen, woont Alfred. Hij is machinist in de kraan en hoeft 's avonds niet naar huis. Elke avond klimt hij op het dak van het kraanhuis om op zijn hoorn te spelen. Het leven van Alfred is erg rustig.
De man in de wolken heeft een bijzonder schilderij. Het landschap erop is zo mooi dat de mensen van ver komen om ernaar te kijken. Wanneer op een dag een vreemdeling opmerkt dat het schilderij een fortuin waard is, wordt de man onrustig en bang.
Ken je meneer Kandinsky? Hij is schilder. Op een dag ontsnapt er een blauw paard uit zijn schilderij dat hem overal volgt. Het paardje zegt hem hoe hij moet schilderen: hij moet zijn gevoel volgen! Niet gemakkelijk, vindt meneer Kandinsky.
De broers Harry en Huibert Zuur praten met niemand en zijn voortdurend ontevreden. Elke ochtend eten ze een zure haring en drinken ze witlofthee. Hun kunstgebit bewaren ze in azijn en iedere dag bellen ze de klachtenlijn van de gemeente ('er vloog een ongewenste vlinder door de straat').
Gaby en Michael horen van hun vader dat meneer Dogger, hun buurman en baas van de Doggerbank, een schurk is. Maar wanneer ze aangifte doen bij de politie, gooit die hun vader stante pede in de gevangenis! Hoe kan dat? Waarom?
Door een stomme fout van de burgemeester en de politie raken de drie zusjes Nibbedonk hun huis én hun ouders kwijt. Om het goed te maken laat de burgemeester hen wonen in het vreemde buitenverblijf van een ingenieur. Dat buitenverblijf ziet eruit als een rood ei op pootjes.
Oma Roos en opa hielden ontzettend veel van elkaar. Toen opa dood ging, ging oma weg uit hun huisje aan de rivier. Ze mist opa verschrikkelijk: 'alsof iemand met een klein mesje gaatjes in je hart prikt'. Ze vergeet steeds meer en elke dag wordt ze kleiner en kleiner...
Sofie is dol op pinguïns. Het is dus niet zo heel erg als ze op een dag haar arm breekt. Nu heeft ze veel tijd voor haar lievelingsdieren. Haar oom Donny haalt een dvd over pinguïns, papa hangt een grote pinguïnsticker op en met opa gaat ze naar de pinguïns in de dierentuin kijken.
Tonje woont in een klein dorpje in de Noorse bergen. Ze is er het enige kind. Dat vindt ze helemaal niet erg, want ze heeft haar beste vriend, de oude Gunnvald, altijd in haar buurt. Met hem verveelt ze zich geen moment. Het allerliefst suist ze de bergen af op één van zijn sleeën.
Als Miranda in een bibliotheekboek een geheimzinnig briefje ontdekt, kan ze nog denken dat het toeval is. Maar als ze op verschillende plaatsen nog veel meer briefjes vindt, moet er meer aan de hand zijn. De briefschrijver lijkt alles over haar te weten, zelfs dingen die nog niet gebeurd zijn.
Dit boek bestaat uit twee boeken. Aan de ene kant het verhaal van Hannah, die in het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog met haar moeder opgepakt wordt en weggevoerd naar een concentratiekamp.
Monica wil helemaal niet met haar ouders teruggaan naar België. Ze woont al haar hele leven in Chili en heeft het daar prima naar haar zin. Maar nu is haar oma in België ziek en tot zij beter is, moeten ze bij haar blijven. Monica heeft vreselijk veel heimwee en telt de dagen tot ze terug kan.
Toda's vader is banketbakker en maakt de heerlijkste gebakjes. Maar wanneer de oorlog uitbreekt, moet hij soldaat worden. Toda's oma komt voorlopig bij Toda wonen. Als het in hun stad toch te gevaarlijk wordt, vindt oma dat Toda naar haar mama moet verhuizen.
Het verhaal in dit boek is eeuwenoud: het is een stukje uit de Griekse mythologie over de Minotaurus, een gevaarlijk monster. Het begint met Daedalus, die een labyrint ontwerpt waaruit de Minotaurus niet kan ontsnappen.
De pa van een ezelveulen gaat dood. En de ezel denkt dat het zijn schuld is. Nachten en nachten ligt hij er wakker van, al 233 in totaal. Hij vertelt over zijn pa. En over die ene nacht, toen hij zo ontzettend kwaad werd en zijn pa opsloot in de schuur.
Demi en Baz wonen in een sloppenwijk en verdienen hun brood met stelen. Ze zijn de beste dieven van de stad: snel en onzichtbaar. Maar op het moment da ze een kostbare ring stelen, gaan de poppen aan het dansen.
Juca en zijn broer Ramiro ruiken het geld wanneer een vreemdeling in hun dorp over een plantage komt vertellen. Ze vertrekken vol goede moed, maar komen terecht in slavernij. In plaats van voor geld, moeten ze werken voor schamele zakjes bonen. Ontsnappen lijkt onmogelijk.
Stel je voor: je wordt wakker in een vreemd lichaam. En je voelt je in dat nieuwe lichaam beter dan in je oude. Dat overkomt Alex. Zes maanden na zijn laatste herinnering wordt hij wakker als Flip. Wanneer hij, helemaal in de war, op zoek gaat naar zijn familie zet hij pas echt alles op z'n kop.
Heen en weer springend tussen 'toen' en 'nu' is dit het verhaal van een jongeman. Die heeft zich laten opnemen in een psychiatrische instelling omdat hij zijn jeukende vuisten niet altijd in bedwang kan houden.