Zoeken

Als Miranda in een bibliotheekboek een geheimzinnig briefje ontdekt, kan ze nog denken dat het toeval is. Maar als ze op verschillende plaatsen nog veel meer briefjes vindt, moet er meer aan de hand zijn. De briefschrijver lijkt alles over haar te weten, zelfs dingen die nog niet gebeurd zijn.

Dit boek bestaat uit twee boeken. Aan de ene kant het verhaal van Hannah, die in het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog met haar moeder opgepakt wordt en weggevoerd naar een concentratiekamp.

Monica wil helemaal niet met haar ouders teruggaan naar België. Ze woont al haar hele leven in Chili en heeft het daar prima naar haar zin. Maar nu is haar oma in België ziek en tot zij beter is, moeten ze bij haar blijven. Monica heeft vreselijk veel heimwee en telt de dagen tot ze terug kan.

Toda's vader is banketbakker en maakt de heerlijkste gebakjes. Maar wanneer de oorlog uitbreekt, moet hij soldaat worden. Toda's oma komt voorlopig bij Toda wonen. Als het in hun stad toch te gevaarlijk wordt, vindt oma dat Toda naar haar mama moet verhuizen.

Het verhaal in dit boek is eeuwenoud: het is een stukje uit de Griekse mythologie over de Minotaurus, een gevaarlijk monster. Het begint met Daedalus, die een labyrint ontwerpt waaruit de Minotaurus niet kan ontsnappen.

De pa van een ezelveulen gaat dood. En de ezel denkt dat het zijn schuld is. Nachten en nachten ligt hij er wakker van, al 233 in totaal. Hij vertelt over zijn pa. En over die ene nacht, toen hij zo ontzettend kwaad werd en zijn pa opsloot in de schuur.

Demi en Baz wonen in een sloppenwijk en verdienen hun brood met stelen. Ze zijn de beste dieven van de stad: snel en onzichtbaar. Maar op het moment da ze een kostbare ring stelen, gaan de poppen aan het dansen.

Juca en zijn broer Ramiro ruiken het geld wanneer een vreemdeling in hun dorp over een plantage komt vertellen. Ze vertrekken vol goede moed, maar komen terecht in slavernij. In plaats van voor geld, moeten ze werken voor schamele zakjes bonen. Ontsnappen lijkt onmogelijk.

Stel je voor: je wordt wakker in een vreemd lichaam. En je voelt je in dat nieuwe lichaam beter dan in je oude. Dat overkomt Alex. Zes maanden na zijn laatste herinnering wordt hij wakker als Flip. Wanneer hij, helemaal in de war, op zoek gaat naar zijn familie zet hij pas echt alles op z'n kop.

Heen en weer springend tussen 'toen' en 'nu' is dit het verhaal van een jongeman. Die heeft zich laten opnemen in een psychiatrische instelling omdat hij zijn jeukende vuisten niet altijd in bedwang kan houden.

Eind 16de eeuw. Dievegge-in-opleiding Gitte Niemandsdochter struint in de Antwerpse binnenstad rond. Haar louche zaakjes gaan goed tot ze betrapt wordt. Ze kan zichzelf van de galg redden door de onderbaljuw wijs te maken dat ze Spaans bloed heeft.

Ooit, ergens, in een kustdorp waar bijgeloof en roddel welig tieren, wordt een Siamese tweeling geboren. De twee meisjes zijn aan de romp met elkaar verbonden, maar ze delen één groot hart. Het dorp staat in rep en roer.

Er was eens een ezel die sterk genoeg is om een kist, een hond, een koffer, een man, een vrouw en drie kinderen te dragen. Maar wil de ezel dat wel?

Schatjepatatje is een hond. Hij moet dit en hij moet dat. Hij mag dit niet en hij mag dat niet. Soms luistert hij, maar soms ook niet. Mama en papa vinden dat hij kuren heeft. Maar soms lijken baasjes meer op hun honden en honden meer op hun baasjes dan je zou denken.

Fiet doet niets liever dan rennen. Hij wil altijd en overal rennen, ook als het waait. Dat is niet eenvoudig. Alle dieren hebben een trucje om tegen de wind in te gaan: kruipen of kronkelen of zwemmen. Maar Fiet wil niets van dat alles. Fiet wil rennen. Wat nu?

Tommie heeft honger. Reuzehonger. Hij heeft zin in een hele grote boterham. Tommie gaat aan de slag met boter, chocopasta, rozijnen, ei, peterselie, mosterd en heel, heel veel brood. De grootste boterham ter wereld bouwen, is een hele klus. 

Mariekes papa vindt haar een prinses. Maar wanneer Marieke in de spiegel kijkt, ziet ze helemaal geen prinses zoals Assepoester of Doornroosje. Ze ziet een doodgewoon meisje met een bril. De volgende dag gaat papa met Marieke op pad.

Ooit zal de mama van Balthazar gaan, zegt ze. Wanneer het zover is, gaat Balthazar op onderzoek. Want wanneer is ooit? En wanneer gaat ooit voorbij?

Ben vindt Kaatje leuk. Maar hoe leuk? Zo leuk als zandkastelen bouwen? Of zo leuk als de wildwaterbaan? Kaatje is niet onder de indruk van Ben. Zo leuk als een zwembad vol snoep, vindt ze niet leuk genoeg. Wat is wel leuk genoeg?

Django wil dolgraag een papegaai. En hij krijgt er één! Maar met Mister Krok, zo heet de papegaai, krijgt Django ook jeuk. En bulten. En rode ogen. Django en Mister Krok gaan niet zo goed samen en Django is ontroostbaar wanneer Mister Krok weg moet...

Keepvogel is uitvinder en ontdekker. Vandaag gaat hij iets ontdekken dat nog nooit iemand gevonden heeft. Iets dat zó nieuw is dat het nog geen naam heeft. Hij graaft en graaft en graaft.

Koe woont al heel lang in de wei en is daar heel tevreden mee. Er is geen beter plekje op aarde. Zeker niet met zijn vrienden Rad en Pad en Mus in de buurt. Maar dan besluit de boer dat Koe te oud geworden is en naar de slacht moet. Kan Koe hieraan ontsnappen?

Prinses LuiPels verveelt zich. Niemand kijkt naar haar om. Wanneer ze een kikker ontdekt bij de vijver, bedenkt ze dat die haar prins zal zijn. Stapelverliefd wordt ze! Elke dag schrijft ze een brief aan haar kikkerprins. Alles wordt veel leuker voor prinses LuiPels. Alles wordt anders.

De Goede Vader heeft alle dieren op aarde gemaakt, maar hij heeft hen roze en bloot, zonder pels of pluimen of schubben, gelaten. Ze hebben zelfs geen naam! Dat kan zo niet, vindt de oude engel Gabriël. Hij zorgt ervoor dat de Goede Vader zijn werk af maakt.

Vanuit de boom kan Mus de hele wereld aan. Dan verschijnt er iets zwarts in de boom. Iets zwarts met een bek en poten, dat 'KRAS! KRAS!' roept. Mus vindt het eng en spannend tegelijk. Het zwarte ding heet Kraai en neemt Mus mee uit de boom.

Als Teus op een donkere en koude avond naar huis loopt, ziet hij een reus. Dat kan toch niet! Reuzen bestaan niet! Maar deze reus bestaat wel. Hij is niet eens eng. Hij heeft het koud en hij is bang. Teus wil hem helpen. Maar hoe?

Harry is gek op boeken. Niet om te lezen, maar om ze op te eten! Het leuke is dat hij ook steeds slimmer wordt van het boeken eten. Maar je kan ook té veel boeken eten. En dat is precies wat er met Harry gebeurt...

Menno is alleen thuis. Het is zomer en het is warm. Menno's mama zei altijd: 'De Zomerzot is in het land.' Menno wacht op de Zomerzot. Die zal hem beschermen. Maar wachten duurt zo lang. Zeker als je niet weet hoe de Zomerzot eruit ziet.

Middenin zee staat een boomhut. Er zwemt een ijsbeer naartoe. Een bruine beer volgt in een bootje. Ze zitten in de hut, ze lezen een boek en ze krijgen bezoek. Veel bezoek. Dit is een boek waarbij je je eigen verhaal maakt. Er zijn prenten, maar er is geen tekst.