Voor Carl is Veerke niet zomaar het meisje dat naast hem woont en in de klas een meter van hem vandaan zit. Ze heeft groenblauwe ogen die net meertjes zijn waarin hij verdrinkt als ze hem aankijkt...
Wanneer de opa van Veerke last van muizen heeft, bedenkt Carl, die ook uitvinder is, een paar muizenvallen om hem van het lawaaiig ongedierte te verlossen. Maar van de pan met kokendhete olie, de zelfsbedieningsguillotine voor muizen en de muizenbuis die door het hele huis kronkelt, kan alleen de laatste ermee door.
Als Veerke het huis van haar opa weer eens een schoonmaakbeurt geeft, vindt ze een zwart-witte muis. Watson noemt ze het beestje: ...en als jullie hem iets doen dan...
Wat er dan gebeurt moet je zelf maar lezen in Watson dat nog een tweede titel heeft: Hoe je een meisje verovert met 23 uitvindingen en 1 muis
Wat vond je van dit boek?
Verklap het einde niet, zo blijft het spannend voor andere juryleden.